woensdag 12 september 2012

Kip van goede komaf!

Ik heb een kip gekocht! Een kale want die hoef je niet te plukken. Het is een dame van goede komaf. Op haar verpakking staat dat ze een goed leven heeft gehad, met gezellige collega's, goed voer en dat het scharrelen haar altijd is gestimuleerd. Nou! Op het zakje staat ook dat als ik haar precieze afkomst wil weten dat ik even op een website haar nummer moet intikken en haar personalia zal zich aan mij openbaren. Dat wilde ik wel. Dus ik gezocht. Ze blijkt te zijn geboren in de kippenstal van boer Tinus in Barneveld. Ze had 7 zusjes en een broertje maar dat broertje heeft tijdens de geboorte het loodje gelegd. Maar, zo staat er, ze heeft daar geen trauma aan overgehouden. Ze hield van zandbadjes nemen en lekker kakelen met haar vriendinnen. Haar naam is Tokkie 24. Toen heb ik maar gauw weggeklikt want straks ga je nog een emotionele band opbouwen met zo'n beest en dan wordt het janken als je haar de oven inschuift! Dat willen we niet hebben, gejank in de keuken en uiteindelijk is die oven haar lot. Maar ach dat is het toch voor ons bijna allemaal! Maar eerst mag ze nog een nachtje logeren in de koelkast. Kan ze nog even acclimatiseren. Schijnt de smaak ten goede te komen. Ik heb haar mijn plannen verteld en ik moet zeggen, ze ligt er vredig bij! Morgen zo tegen 16.00 uur vlij ik haar op een bordje op haar op kamertemperatuur te laten komen. Wel onder een aluminium folietje natuurlijk. Ondertussen neem ik een lekker kluitje roomboter. Ja roomboter want margarine is zo en zo al niet zo lekker en zeker niet in deze kostelijke, verantwoord grootgebrachte kip. Ik snijd wat platte peterselie fijn en roer dit door de boter met wat peper (uit de molen) en wat zout. Dan onthoofd ik wat knoflooktenen en doe die in mijn nieuwe knoflookpers. Ach die pers. Die heb ik pas gekocht en dat is me toch een fijn apparaat. Ten eerste is hij heel stevig en vrij zwaar, dus als je aan het koken bent, doe je ook gelijk aan een beetje gewichtheffen en ten tweede stel je voor dat er net een inbreker de keuken insluipt terwijl je daar net de knoflook staat te persen dan heb je mooi iets in de hand om hem op de kop te slaan. Gaat ie niet leuk vinden. Maar ik dwaal af! Terug naar de kip. De knoflook pers ik zachtjes door de boter en dan maak ik een sneetje in het kippenvel op de borst en daar schuif ik wat van die heerlijke boter onder. Ook vlij ik wat knoflookkruidenboter tussen de vleugels en stop een flinke kluit in haar buik. Dan snij ik een citroen, ook al van goed komaf, in 4 parten en prop wat parten in de buik bij de boter en leg de overige op de poten. Dan de kip goed insmeren met peper, zout en olijfolie en hup daar gaat ze in de braadslee, zo de voorverwarmde oven in. Dan de Opperdoezer Ronde schillen. Wat dat zijn? Aardappels en die gaan ook hup de oven in met een beetje olijfolie. Wat roerbakgroenten erbij en dan is het tijd om de tafel te dekken en het gezin te roepen. Die hebben nauwelijks aanmaning nodig want de overheerlijke geuren van mijn kip laat ze het water reeds in de mond lopen. Jammer dat het nog geen morgen is. Vandaag nog eerst ordinaire pasta. Dus hup ophouden met schrijven en achter het fornuis jij!

vrijdag 7 september 2012

Oermoeders Genen


Volgens mij heb ik de meeste genen van diverse voormoeders geerfd. Dat is misschien maar beter ook want ik weet niet of ik met de genen van diverse voorvaderen wel zo blij zou zijn. Aan de kant van mijn opa waren dat toch vooral Jordanezen die er niet vies van waren om zo af en toe te diep in het glaasje te kijken. Hun echtgenotes daarentegen waren kloeke dames en voedden hun kinderen met straffe hand en een flinke pets van hun pantoffel op. De dames van de kant van mijn moeder waren weer heel andere types, ze waren vaak al vroeg hun man kwijt en moesten dan hun mooie jurk aan de wilgen hangen en in de klompen schieten om het boerenbedrijf en het gezin draaiende te houden net als hun collega's uit de Jordaan. Deze oermoeders hadden geen wasmachine en geen droger tot hun beschikking zoals ik die wel heb, zij lagen nog elke maandag voor de wastobbe om de wollen onderbroeken en borstrokken met de hand te boenen. Godzijdank hebben we die tijd achter ons gelaten. En toch hebben ze iets van hen in mij achtergelaten. Ik durf het eigenlijk niet te bekennen maar het moet maar eens gezegd worden: Ik word namelijk erg gelukkig van een aan de waslijn in een lekker briesje wapperende witte was. Zo dat is eruit. Tja zullen jullie zeggen. Nou en? Moeten wij daarmee. Nou ik zit daar nogal mee want tegenwoordig wordt men gelukkig van een Iphone5 en van een eipet en vakanties naar verweggistan en daar zou ik op zich misschien best ook gelukkig van kunnen worden, maar ja van die wapperende was wordt ik het al. Mensen kijken je toch een beetje meewarig aan, of je van het padje bent, jij met je wapperende was, alsof je rijp bent voor de psycholoog. En wat zegt zo'n man (laten we er even vanuit gaan dat het een man is) dan? Zegt u het maar mevrouw? Wat zegt u? U wordt gelukkig van wapperende was? Ja dokter (zeg je eigenlijk dokter tegen hem of gewoon meneer) maar van witte was nog net effe gelukkiger dan bonte was. Ja dat vind ik zelf ook raar hoor! De psych denkt dan dat hij het niet goed hoort en gaat een beetje aan zijn gehoorapparaat zitten rommelen en humt een beetje in zichzelf, zo van gelukkig van wapperende witte was. Tja dat krijgt ie niet dagelijks in zijn praktijk. Wat moet ie met zo'n mens. Na drie sessies ben je er nog niet uit met de psych en die begint je inmiddels een heel raar geval te vinden. Nu vind je dat zelf al jaren en is het prettig om dat dan ook bevestigd te krijgen, maar daarmee is de vraag nog niet beantwoord of je van wapperende witte was gelukkig mag zijn. Dus aan zo'n psych heb je ook helemaal niks die is er natuurlijk ook voor echte problemen. Dus nu mag het gewoon vanmezelf. Gewoon lekker gelukkig in het ochtendzonnetje, terwijl de mussen gezellig zitten te tetteren in de seringenboom een was aan de lijn hangen. De wind in je haren, de frisse geur van het wasmiddel, de irritatie als je iets laat vallen in het zand en de boel weer af moet kloppen, het gezellige geluidje van de knijpers als je het wasgoed vastzet. Ik blijf het gewoon doen, kan mij het schelen. Alleen is het zo jammer dat zo'n voorliefde alleen beperkt blijft tot het ophangen en het wapperen van die was. Want het afhalen en het opvouwen en strijken, daar heb ik nou weer een pesthekel aan!

Parijs

Tja je bent geboren in Amsterdam, er in een dorp ernaast opgegroeid, je middelbare schooltijd er doorlopen en je hebt er zelfs gewoond met je vriend die je echtgenoot zou worden. En alhoewel je van de natuur houdt denk je van jezelf toch dat je wel een stadsmens bent. En dan ga je naar Parijs! En op het moment dat je uit de trein stapt op het Gare du Nord en nog staat te hannesen met je koffers en je hoort al een beetje Frans om je heen spreken dan voel je het al. De eerste vlinders en je denkt o jee ik ga verliefd worden. En jawel hoor op het moment dat je na een helse metrotocht, 3x overstappen en je een ongeluk te hebben gezocht naar het hotel (eigen schuld tut hola, had je maar op google maps moeten kijken van te voren) in het hotel aankomt dan fladderen die vlinders al in je buik. En dan, op naar de Sacre Coeur, mensen kinderen al die trappen, uitgeput met klapknieen kom je boven en daar sta je dan en oh wat is dat mooi! Dat uitzicht, die basiliek, die sfeer en je wordt er in  meegesleept en als vanzelf ga je beter Frans spreken en komen de woorden haast als vanzelf. Hou toch eens op met dat gezwijmel zegt het nuchtere stemmetje in je hoofd, nee zegt het romantische stemmetje, geniet er nou van, je mag het prachtig vinden. Jaha zegt het nuchtere stemmetje weer, denk erom, je moet morgen wel die Eiffeltoren op he? Heb je beloofd. Tja en dat is waar want de volgende dag wordt je dochter 15 en zij wil die Eiffeltoren op en dan kan jij als moeder wel piepen ja maar ik heb enorme hoogtevrees en ik durf dat niet, maar ja je wil ook dat dat kind goede herinneringen aan haar 15e verjaardag heeft. Gelukkig de rij is heel erg lang, misschien wil ze niet zo lang in de rij staan. Ha mooi niet, ze zal en wil die toren op dus wachten maar. Godzijdank op het bord verschijnt de mededeling dat de top gesloten is. Heeft dat kaarsje gisteren toch geholpen. Hoef je maar tot de 2e verdieping! Maar nee, 3 kwartier later als je dan eindelijk aan de beurt bent verschijnt de vrolijke mededeling dat de top weer open is. Mmm er zit niks anders op dan dapper zijn! In de lift naar boven hou je manlief maar stevig vast en dan overstappen naar een andere lift naar de het hoogste punt. Het loopt je bijna dun door de broek van angst, maar nee je had met jezelf afgesproken dat je dapper zou zijn en dat ben je dan ook. Eenmaal boven moet je nog een eng trappetje op en dan sta je daar, ik weet niet hoeveel meter boven de grond. En kijk, je gaat helemaal niet dood en je valt ook helemaal niet naar beneden. Je staat gezellig zij aan zij met ik weet niet hoveel Japanners en Chinezen en 100 andere nationaliteiten en je kunt zowaar genieten van de pret van je kind en ook nog een beetje van het uitzicht. Wat ligt die Seine daar prachtig, alhoewel hij op de grond ook heel mooi was hoor. En gelukkig dan mag je weer naar beneden. Oh wat voelt dat heerlijk met beide benen op de vaste grond en de trots die je voelt omdat je het toch maar mooi geflikt hebt. Het werd nog een mooie verjaardag en het werd een prachtige week. Het Louvre, de Notre Dame, Pompidou, warenhuis Lafayette, Jardin des Tuileries, Arc de Triomphe en nog zoveel moois meer we hebben het allemaal gezien. En bij iedere stap werd de verliefdheid groter en fladderden de vlinders in je buik meer en meer. Dat romantische stemmetje had wel gelijk, geniet er nou van, en ja je geniet met volle teugen. Tot het tijd is om je koffers weer naar het Gare du Nord te zeulen en je je met je zere voeten en benen genoeglijk in de lekkere stoelen van de Thalys nestelt en je de trein zachtjes het station uit voelt glijden. Zodra de trein vaart maakt zucht je diep en neem je afscheid van de stad en van zoveel schoonheid. De avondzon streelt nog even zachtjes over het Franse glooiende landschap, nog even heel even ben je in Franse sferen en fladderen de vlinders nog en dan verlang je toch ook weer naar huis en naar je andere kind, daar vlakbij die andere mooie stad, Amsterdam, waar je roots liggen. Maar je weet heel zeker dat het romantische stemmetje het mooi gewonnen heeft van dat nuchtere stemmetje en dat er een nieuwe liefde is geboren en dat je heel zeker nog eens terug gaat naar die prachtige stad die je 5 dagen lang zo in zijn greep hield!

Mosselen

Vorige week zaten wij gezellig op het terras van een eetcafe in Utrecht. Leuk is het dan om mensen te kijken. Er kwam een klein Chinees dametje aangewandeld en zij nam plaats op het terras en bestelde bij de al toegesnelde uitbater een pannetje mosselen. Dat hoorden wij natuurlijk niet, want je gaat niet met je kop op de tafel van zo'n mevrouw liggen om nieuwsgierig aan te horen wat ze gaat bestellen. Nee dat zagen wij toen de hele handel werd gebracht. Een grote pan mosselen, stokbrood en wat sausjes. Dat kleine dametje begon te eten in een rap tempo alsof ze meedeed aan de Olympische Spelen, onderdeel Wiekanhetsnelstemosseleneten. Binnen de kortste keren was het pannetje leeg (tenminste dat nam ik aan) en was de deksel van de pan gevuld met lege schelpen. In mijn verbeelding liet ze daarna ook nog een knetterharde boer om het mooie tafereeltje af te maken. Maar of ze dat ook echt deed? Ik hoop van wel. De uitbater was zichtbaar trots dat dit dametje zo van zijn mosselen had zitten te genieten en verkondigde met luide stem dat de mossels dit jaar toppie waren. Dit alles met plat Utrechtse tongval. Dus stonden er hier gisteren mosselen op het menu. Tenminste voor manlief en mij want de rest blieft ze niet. Ze waren heerlijk! Manlief had er bij de plaatselijke slijterij een heerlijk flesje Wit voor uitgezocht en wij genoten. Totdat ik met mijn stomme kop aan dochterlief, toen zij ene mossel had geprobeerd, vertelde dat die beesten nog leefden voor ze de pan ingingen. Dierenmishandeling vond ze. Tja toen ik ze onder de kraan aan het wassen was zag ik er wel een die net de ramen aan het lappen was. Een ander stond net te stofzuigen. Toch jammer voordat je de dood in wordt gejaagd om nog zoveel huishoudelijke activiteiten te ontplooien. Maar daar kon ik toch niks aan doen? Ik neem aan dat ze als kleine mosseltjes wel is verteld wat hun doel in hun mosselleven zou zijn en dat ze beter vadsig in hun schelp konden blijven liggen dan almaar de binnenboel te doen. Dat vertelt zo'n visboer er niet bij of die beesten wel voldoende voorlichting hebben gehad. Vandaag maar weer de veilige middenweg gekozen en chili con carne gemaakt. Daar leefde echt niks meer voor het de pan inging of bleven die kidneybeans zich daarom zo hardnekkig aan de rand van het blik vasthouden?