Afgelopen week moest ik voor mijn werk naar een bijeenkomst. Samen met een collega ben ik voor de organisatie contactpersoon bij het UWV en twee keer per jaar is er een bijeenkomst met een afvaardiging van het UWV en de contactpersonen van bedrijven die ook bij deze groep zijn aangesloten.
Eerlijk is eerlijk, ik had er helemaal geen zin in! Voor dit soort dingen moet ik altijd uit mijn comfortzone want meestal zitten er bij zo'n groep allemaal mensen die ik dan mooier en slimmer vind dan ik mezelf vind en helemaal als ik die mensen niet ken. Dat zijn natuurlijk gekke gedachtes want misschien ben ik niet mooier of slimmer, ik ben zeker ook niet dommer. Maar goed dat altijd aanwezige stemmetje heb ik de kop ingedrukt en ben gegaan.
Voor mij was het een thuiswedstrijd deze keer, want het bedrijf dat deze keer de gastvrouw was ligt op ongeveer 900 meter van mijn huis. Dus niks geen lange reistijden, files of gedoe met parkeerplaatsen, ik ging lekker met de benenwagen.
Gelukkig was het droog, maar wel van dat loodgrijze novemberweer waarbij je het gevoel hebt dat de klamme mist - hoewel het helder was - je bij de strot grijpt. Het leek een saaie wandeling door zo'n kantorenpark maar ik was amper onderweg toen ik een jonge man tegenkwam in een zwart pak met zo'n V op de schouders. Hij keek erg moeilijk en liep gek wijdbeens alsof hij net in zijn broek gepoept had. Op mijn goedemiddag antwoordde hij dan ook niet, maar keek me gekweld aan. Arme man!
Even verderop, juist toen ik de hoek om wilde slaan kwam er een andere man aangelopen. Wollen muts, dikke trui, korte broek en blote voeten op badslippers en een groezelige vuilniszak in de hand. Hij beantwoordde mijn groet wél en begon meteen een heel verhaal af te steken over Roemenen die in zijn wijk liepen te klussen en dat die er een rotzooi van maken terwijl hij alles netjes achterliet, terwijl hij zijn hand in de daar staande vuilnisbak stak en op zoek ging naar lege blikjes. De oogst was mager, slechts 1 blikje ging in zijn groezelige zak.
Ik was maar even stil blijven staan om naar zijn relaas te luisteren en keek onderwijl naar zijn blote voeten die kouwelijk afstaken bij de wollen muts. Hij zag mijn blik en zei dat hij het niet koud had en vertelde hoe hij wel driehonderd euro per week aan statiegeld ophaalt. Ik werk hard voor mijn geld, mevrouw! Ik geloofde het meteen en werd weer even met mijn neus op de feiten gedrukt wat ik zelf voor goed en luxe leven heb.
We namen afscheid door elkaar een goede dag toe te wensen en hij liep verder naar de volgende vuilnisbak al scheldend op die ....Roemenen die er zo'n zooitje van maken en ik vervolgde ook mijn weg.
Om bij het juiste gebouw te komen moest ik een tunneltje doorlopen en aan het eind daarvan stuitte ik op drie, goedgeklede, jonge kantoormensen die een broodje aan het eten waren. Ze knikten me gedag en ik hoorde dat de enige jongen in het gezelschap luid riep: Televisie? Dat vind ik zo'n achterhaald gedoe! En dat hele internet ook, dat gebruik ik alleen maar voor mijn werk!
Een wandelingetje van 900 meter, drie verschillende "ontmoetingen" en het werd ook nog eens een leuke, leerzame middag! Het leek wel een column van Sylvia Witteman.