De W van Willem Waterrat
Iedereen weet, een waterrat
Die houdt van leven in het nat
Maar Willem Waterrat tienduizend achtentachtig
Vond al dat water niet zo prachtig
Als zijn moeder de binnenboel moest doen of de ramen wassen
Dan moesten Willem en zijn broertjes naar buiten verkassen
Terwijl zijn broers dan vlotten gingen bouwen of in het water spelen
Zat Willem zich op de kant, wat kleumerig, te vervelen
Voor water moest je niet bij Willem wezen
Hij zat liever binnen een goed boek te lezen
Maar ja daar aan de waterkant
Heb je niet zo snel een bibliotheek bij de hand
Op een dag was Willem het zat
Hij pakte zijn boeltje en vertrok naar de stad
In de stad, bij een park, in een heel mooi oud straatje
Zag Willem een huis met net onder de drempel een gaatje
En voor dat gaatje stond een bankje met een huismuis er op
Ze kreeg Willem in het oog en vroeg, zeg wat doe je hier mop?
Ik heb mijn ouderlijk huis verlaten daar bij de beek
Ik hou niet van water, ik zoek een bibliotheek
Nou zei de huismuis, dan ben je hier aan het goede adres
Want in dit huis staat een boekenkast van zeker een meter of zes
Kom binnen, dan zet ik een kopje thee
En neem je later op een rondleiding mee
Het is een heel fijn huis, met een keuken, douche en wc
Fijne plekjes genoeg, doe er je voordeel mee
En dat deed Willem, hij heeft een fijne plek ingericht
Onder de plint vlak bij de haard met de boekenkast in het zicht
En daar woont hij nu heel gelukkig en tevreden
Regelmatig drinkt hij koffie met de huismuis van beneden
Doet een boodschapje bij de bakker op de hoek
En brengt zijn dagen door met het lezen van een boek
Maar zijn moeder mist hem vreselijk, in het huisje bij de beek
dus gaat Willem op visite, zondags om de week
Op zo’n zondag kookt moeder Waterrat dan speciaal
Macaroni met kaas, Willems lievelingsmaal
s’avonds na het eten leest Willem zijn broers een verhaaltje voor
En gaat er dan weer gauw vandoor
Lekker naar de boeken in zijn eigen huis
Want onder het plintje bij de haard voelt hij zich thuis!