In januari dacht ik na over hoe ik mijn vakantie(s) in ging vullen dit jaar, want ik heb bij mijn huidige werkgever heel veel vakantiedagen. Zou het me dit jaar lukken om alleen op vakantie te kunnen gaan? En wat zou ik dan willen?
Het antwoord op die vraag was eigenlijk heel simpel. Zon, Zee, Zonnebedje, Zwembad, Parasol én mijn Ereader vol met boeken. Nu heb je dat in Nederland natuurlijk ook allemaal, maar vaak niet tegelijk en daarom was een buitenlandse vakantie de meest logische optie.
Doodeng vond ik dat want ik was nog nooit alleen met vakantie geweest, hoe zou ik dat vinden. Zou het niet te eenzaam zijn vroeg mijn bange ik zich af? Mijn dappere ik zei, wat heb je te verliezen? Thuis mis je je lief ook en heb je je verdrietmomenten en dat zal op Malta niet anders zijn. Als je altijd maar met je dikke kont op de bank blijft hangen, dan kom je dus nooit ergens meer. Wil je dat? In een vlaag van dapperheid boekte ik een kleine vakantie van 6 dagen op Malta voor begin juni. Dochter beloofde op Tim te komen passen.
En dus stapte ik vorige week zondag in het vliegtuig en ging ik met mijn koffertje en een goed gevulde Ereader in mijn tas naar Malta. Het lijf en het hoofd waren moe van alle emoties en indrukken van de afgelopen weken en van het zorgen voor en om in de afgelopen maanden. Het was maar goed dat ik in januari niet wist hoe goed het eigenlijk was gepland. Even een beetje uitrusten.
Ik had mezelf getrakteerd op een goed hotel met een all inclusive arrangement zodat ik s'avonds niet in mijn uppie een restaurant op hoefde te zoeken om een tafeltje voor 1 persoon te vragen, maar gewoon het hotelrestaurant in kon lopen om met mijn bordje langs het buffet te gaan om wat lekkers uit te zoeken.
Het was er allemaal. De zon scheen uitbundig, de zee liet afwisselend haar golven zachtjes tegen de rotsen klotsen en soms als ze er zin in had dan maakte ze samen met de wind hoge fonteinen van golven die in fijne druppeltjes over me uitspatten als ik over de reling van de beachclub hing om die golven te aanschouwen. Het zwembad in de beachclub was er en de zonnebedjes met een gigantische parasol die de badmeester van dienst elke morgen voor me uitklapte.
Grote, zachte badlakens die ik van het hotel kreeg, zoveel ik wilde, om op het zonnebedje te leggen en de ijskoude mineraalwatertjes met een schijfje citroen die ik, zoveel als ik maar wilde, kon halen bij de leuke barmevrouw. En natuurlijk de Ereader vol met boeken. Wat een vakantiegevoel kreeg ik daarvan.
Ik heb geluierd en naar de golven gekeken en geluisterd. Naar de mensen gekeken in de beachclub. Een grote groep Engelse mannen met roodverbrande ruggen die om 11 uur s'ochtends al zo dronken waren dat ze van hun stoelen vielen. Ik had uitzicht op een dronken Engelse jongeman met een zwarte string en blote, roodverbrande billen die op elke bil een getatoeëerde tekst had staan wat ik niet kon (en ook niet wilde) lezen.
Ik zag oudere echtparen die elkaar liefdevol met zonnebrandcreme insmeerden en genoten van de zon en elkaars gezelschap. En ik werd er niet eens verdrietig van omdat ik niet meer samen oud kan worden met mijn lief, maar dankbaar was omdat ik zeker wist dat als we dat wel hadden mogen doen, ook wij elkaars rug liefdevol hadden ingesmeerd met zonnebrandcreme.
Ik zwom elke dag in het blauwe zwembad, dobberde en mijmerde daar in dat water over de afgelopen weken, het waken, het sterven en het mooie afscheid wat we mijn vader gaven. Ik dacht aan de goede vriend die drie dagen na het overlijden van mijn vader zo plotseling stierf en pas veertig jaar oud was. Aan het verdriet wat in de aula rondging tijdens de condoleance. Dezelfde aula waar ik twee dagen daarvoor voorgoed afscheid nam van mijn vader en nu afscheid nam van hem en wat zo niet te bevatten is.
Er kwam rust in mijn hoofd en in mijn lijf en toen kon de Ereader niet alleen open, maar kon ik me ook weer concentreren op een nieuw boek. Iets wat de afgelopen jaren best lastig was en ik eigenlijk vooral oude boeken herlas, want die kende ik al en was het niet zo erg als mijn gedachten afdwaalden.
Onder die parasol, of in de lounge van het hotel of in mijn bed las en las ik. Wel drie boeken heb ik uitgelezen.
- Soedah, laat maar geschreven door Maddy Stolk. Een intrigerend verhaal over een Indische familiegeschiedenis.
- Heeft iemand Charlotte Salter gezien? Geschreven door Nicci French. Een psychologische thriller over de verdwijning van een moeder en het effect dat dat jaren later nog op haar gezin heeft.
- Naar zachtheid en een warm omhelzen, van Adriaan van Dis. Over zijn tijd dat hij als jongen bij zijn grootvader en ommie logeerde.
Alle drie stuk voor stuk prachtige boeken. Nummer 1 en 3 stonden al heel lang klaar op mijn reader maar het lukte niet om mijn aandacht er bij te houden en nummer 2 downloadde ik vlak voor vertrek op mijn Ereader via mijn kobo-plus abonnement.
Nu ben ik weer thuis bij Tim die het fijn heeft gehad bij dochter. Het was fijn om hem en mijn gezin weer te zien. Het hoofd is weer wat leger en kan ik me nu opmaken om samen met mijn broer en zus het ouderlijk huis definitief te ontmantelen.
Al dobberend en mijmerend in dat blauwe water met die ruisende zee op de achtergrond leerde ik dat ik ook alleen mag genieten (het verdrieten loopt er gewoon naast). Dat een mens altijd meer kan dan zij denkt. Dat het leven ineens echt zomaar klaar kan zijn en dat morgen niet vanzelfsprekend is. Én dat je alle lichtpuntjes díe er zijn, samen moet binden en dat je dan een mooie toef licht krijgt die je verder helpt om uit de duisternis weg te blijven.