woensdag 26 december 2012

Kerstmis

Kerstmis, elk jaar weer 2 dagen waar ik naar uit kijk en waar ik ook tegenop zie. Omdat er veel dingen moeten, je wilt iedereen tevreden houden, alles moet perfect (van wie ook al weer?) en dat betekent dat je die laatste dagen voor het feest losbarst toch weer als een idioot aan het rennen bent om alles voor elkaar te krijgen en dan tenslotte afgepeigerd aan het diner op kerstavond verschijnt met een grote ladder in je panty omdat je nou net vergeten bent een nieuwe te kopen. Dit jaar moest dat anders! Er is zoveel gebeurd, zoveel gezondheidsgedoe geweest dat ik met mijn neus op de feiten ben gedrukt. Wat is er nou echt belangrijk? Dat zes-gangen menu tot in de puntjes bereidt, waar je uren voor in de keuken staat, uiteindelijk zere voeten en een zere nek hebt en er voor zorgt dat je humeur beneden alle peil daalt? En waar doe je het voor? Om te horen dat je zo goed kan koken? Omdat het bij jou altijd zo perfect is? Is dat belangrijk? Nee helemaal niet eigenlijk. Belangrijk is dat je mekaar nog hebt! Dat het uiteindelijk allemaal goed is gegaan en dat je ook aan een kerstmenu kan zitten waar je niet uren voor in de keuken stond. Zo geschiedde dus. Voor het eerst in 23 jaar heb ik minimale inspanningen geleverd om een kersmenu op tafel te krijgen! Een halfuurtje voor we gingen eten deed ik een schort voor en ben ik wat gaan voorbereiden. Was het lekker? Ja dat was het! Was het gezellig? Ja ook dat was het? Jammer alleen dat meneer griepvirus ook aan tafel kwam en manlief als prooi uitkoos. Normaal gesproken ben ik altijd gastvrij, maar deze ongenode gast had ik het liefste over de schutting gekieperd, maar hij liet zich niet verwijderen. Het kreng. Dus moesten alle plannen voor vandaag weer bijgesteld worden. Teleurgesteld? Ja! Want ik had er zo op gehoopt dat het deze kerst nu allemaal eens van een leien dakje zou gaan. Maar aan de andere kant, het afgelopen jaar hebben we hier met zijn allen al flink geoefend in het bijstellen van de plannen. Dat kunnen we hier nu al als de beste. Dus was het misschien maar goed dat meneer griepvirus ons huis uitkoos i.p.v. bij mensen die nog niet zo goed geoefend hebben. We tellen onze zegeningen, want ook daar zijn wij goed in geworden. Kijken naar wat er wel kan en niet naar wat er niet kan. Genieten van die momenten dat het gesmeerd loopt. GENIETEN met hoofdletters. Is dat dan de kunst van leven? Ik denk het wel. Daarom is deze kerst, hoewel anders gepland, toch een kerst van bezinning en dankbaarheid. Om wat er wel is! En dat is heel veel! Vrolijk kerstfeest!

donderdag 13 december 2012

Vogelrestaurant

Nog een beetje gammel van een onuitgenodigd griepje nestel ik me op de bank om eens flink aan de studie te gaan. De kachel brandt, de radio staat gezellig aan, lekker kopje koffie erbij en de laptop op schoot. Ik zit heerlijk. Natuurlijk is het arbotechnisch totaal onverantwoord en hoor ik mijn nek en schouders al roepen, doe es normaal joh, maar die moeten nu gewoon even hun mond houden en alleen doen waar ze voor gemaakt zijn en dus niet zeuren. Eigenwijs? Tuurlijk!! Maar zo heb ik wel goed uitzicht op mijn tuintje en daarmee dus zicht op al het vogelbezoek en dat is genieten. En genieten is dus goed voor lijf en leden. Daarmee hef je veel op en bovendien zit ik niet als een plumpudding in elkaar maar keurig rechtop, kussentje in de rug om (als een oud wijf) echt lekker te zitten. Alle ingrediënten voor een goed resultaat zijn aanwezig en ik ga van start. De zinnen vlotten lekker uit mijn vingers, het is een leuk onderwerp en ik heb er plezier in. Na een halfuurtje kijk ik op en zie heftig gefladder voor het raam. Meneer en mevrouw Pimpelmees! Of ik de boel even bij kan vullen want er is niks lekkers meer. En jawel hoor alles is leeg. Allemaal ingetreden in grote en kleine vogelbuikjes. Er zit niks anders op om aan het verzoek te voldoen. Ze hebben honger en hongerige medevogels laat men nu eenmaal niet in de kou staan zo is mij geleerd. Bovendien zat er gisteren een reservering in mijn mailbox van zo'n 30 mussen. Zij vergaderen elke donderdagmiddag in mijn seringenboom en hebben daar dan graag een hapje en een drankje bij. Ook zegt de Arbowet dat het goed is om van tijd tot tijd van de werkplek te vertreden dus ik kom in de benen en begeef me naar de keuken om oud brood in blokjes te snijden. Het is ook goed om even een frisse neus te halen in de tuin. Ik strooi het brood daar uit. Kieper nog een paar handen broodblokjes op het dak van de schuur, want ik zie de meeuwen al van een afstandje naar me loeren en denken, zodra dat mens weer naar binnen is, dan slaan wij onze slag. HaHa! Nu ben ik de beroerdste niet en mogen zij ook best wat, maar ze zijn met zoveel en dan snaaien ze alles voor de snavels van de kleintjes weg. Dat wil ik niet. Ik wil niet discrimineren in mijn tuin. Ik hou van harmonie. Ook onder vogels. Dus voor hen mik ik het op de schuur, kunnen de meeuwen zich daar tegoed doen en de kleine gevederde vrienden kunnen dan hun buikjes vol eten in de tuin. Voor hen dek ik netjes de tafel op het stenen plateautje waar in de zomer de bbq altijd staat. Ook vul ik de silo's bij met vetbollen en ik leg de servetjes klaar om de snavels mee af te vegen. Ze zitten al op de rand van de schutting te wachten tot ze aan kunnen vallen. Ook Dollie de Duif landt statig op de schutting. Bescheiden als ze is sluit ze achter aan in de rij. Ik verzoek de dames en heren nog even vriendelijk om er geen bende van te maken, ieder het zijne te gunnen en niet op mijn ramen te poepen. Ik heb een hekel aan ramen lappen. Ze knikken gewillig. Ik heb mijn hielen nog niet gelicht of het meeuwengespuis daalt in een witte wolk met veel gekrijs neer op de schuur en binnen een paar seconden ligt er geen kruimeltje brood meer. Met een vals oog kijken ze nog even naar het brood op de keurig gedekte tafel, maar ik kijk ze vanachter het raam streng aan en ze kennen hun plaats, houden zich aan de afspraak en druipen af om op het dak van de overburen te gaan zitten mokken. Ondankbare krengen. Het was echt lekker brood hoor! Ondertussen maakt meneer Ekster een bende van de keurig gedekte tafel en jaagt het kleinvolk weg. Wel verdorie, ik weer naar buiten omdat zwart-witte geteisem ernstig toe te spreken. Is hij nu helemaal een haartje betoeterd. Hij kijkt me met zijn brutale oogjes aan en fluistert dan uiteindelijk sorry. Ja kom op zeg. Daar ben ik streng in! Het is voor allemaal en niet eentje gaat de baas spelen en anders krijgt hij de rode kaart! Ik hoor de mussen in de sering al snibben: Lekker, goed dat ze er wat van zegt. Wij hadden tenslotte gereserveerd. Uiteindelijk gaat het er weer vreedzaam aan toe. Ik zie, inmiddels weer geïnstalleerd op de bank, dat er druk vergaderd wordt in de sering. Het gaat er hard aan toe. De voorzitter zie ik regelmatig met zijn hamertje op de silo slaan. De merels en de mezen trekken zich er niks van aan en scharrelen hun kostje bij elkaar. Ook Dollie zit te genieten aan de gedekte tafel. Ik zie nog net dat ze keurig achter haar vleugel een boertje laat. Het is leuk zo'n restaurant en ook echt genieten, maar ik ga toch maar in de keuken zitten, want zo komt er van werken natuurlijk niks. Wordt het arbotechnisch toch nog verantwoord!

zaterdag 8 december 2012

Winterdag

Bepakt en bezakt stond ik vanmorgen op het station om naar school te gaan. Ik was goed voorbereid want met die sneeuw, de slechte voorspelling en gezien de ervaringen van de afgelopen jaren waar bij de eerste vlok sneeuw alle treinen op de noodrem stonden en drommen mensen hutje bij mutje, zij aan zij, op noodbedjes in de Jaarbeurs moesten slapen, kon ik maar beter op mijn hoede zijn. Daarom had ik mijn slaapzak, hoofdkussen, pyama (gelukkig mijn nieuwe), pantoffels en mijn reader maar meegenomen. Kon ik tenminste lekker liggen in die Jaarbeurs in mijn eigen kloffie en met 48 boeken tot mijn beschikking. Ik had ook nog het plan opgevat om een flesje jenever mee te nemen maar daar zag ik toch maar vanaf. Als zo'n flesje opengaat zit je de hele dag in de dranklucht en gaan de mensen maar rare dingen denken. Tenslotte moest er eerst nog gestudeerd worden en in de hal van Hoog Catharijne zit een slijterij dus daar kon ik altijd nog inslaan als de nood aan de man kwam! Mijn collega's hadden eerder al gezegd dat ik best van Utrecht naar Amsterdam kon lopen. Het is maar 30 kilometer en ik kon gewoon de A2 nemen. Nou dat zag ik niet zo zitten. Zeker in zo'n sneeuwstorm en dan van de weg raken, door de kou bevangen eindigen als een grote klont ijs! Geeft zo'n gedoe met ontdooien. Ik zag mijn Utrechtse collega's in gedachte al hannesen om mij te bergen. Dat kon ik ze niet aandoen! Nee dan maar zo'n brits in de Jaarbeurs. Ook niet alles maar wel warm en droog!

Kleumend stond ik dus vanmorgen met een aantal medereizigers op de trein te wachten. En allemaal waren ze ook zo bepakt en bezakt. Niemand nam enig risico. Er was een man met een gitaar bij. Ja zei hij, dan kan ik daar een beetje muziek maken. Of we daar nou zo blij mee moesten zijn vroeg ik me af, maar ja ik had van de week net besloten dat ik eens wat aardiger moest zijn voor mijn medemens dus ik zei er maar niks van. En dat vind ik ook echt dat wij, ja u ook, wat aardiger moeten zijn en die korte lontjes eens wat langer moeten laten worden. Ik ben nog steeds een beetje van de leg van die dood van die grensrechter. Maar dit geheel terzijde. Gelukkig daar was de trein, keurig op tijd. We sukkelden door het Naardermeer en de wereld buiten was een sprookjeswereld met al die sneeuw. De NS deed zijn best en de conducteur maande bij het uitstappen voorzichtig te zijn vanwege de gladde perrons. Op station Hilversum Noord hadden we zicht op de rotonde voor het mediapark waar Sander de Heer zijn radioprogramma presenteerde. Het was grappig om die bedrijvigheid vanuit te trein te kunnen gade slaan. Zonder vertraging kwamen wij in Utrecht aan en zocht ik mijn studiegenoten en de docente op! Het was een goede en leerzame bijeenkomst. Maar het weer speelde wel een rol, een aantal studiegenoten had af moeten zeggen. Eentje sms'te dat ze helaas een aanrijding had gehad en niet kon komen. Gelukkig alleen maar blikschade! Telkens werd er even een blik naar buiten geworpen om te zien hoe dik de sneeuw al lag. Tijdens de lunch maakten we alvast plannen wie naast wie zou gaan liggen en waar we het beste konden gaan eten in de stad. Een studiegenote vroeg zich zorgelijk af of we niet alvast moesten reserveren, want konden we wel terecht met zo'n grote groep. Koortsachtig werd steeds op de diverse ipadjes de site van de NS gecheckt en telkens werd er opgelucht adem gehaald als bleek dat de treinen nog reden. Uiteindelijk zat de les erop en bleek dat we gewoon naar huis konden. Huilend van geluk vielen we mekaar in de armen. Echtgenoten werden in kennis gesteld. Die weer de pest in, want zij konden hun vriendin weer afzeggen en wij begaven ons naar de trein. Oh wat een genot toen ik op het perron kwam en hij stond al klaar. Zachtjes gleden we het station uit en omdat het nu nog licht was en ik niet meer in de zenuwen zat over mijn slaapplaats kon ik genieten van al dat moois buiten. Tuurlijk we reden niet heel hard, maar we reden en vanuit mijn raampje kon ik een Ffjordenpaardje in zijn stalletje zien staan terwijl hij mistroostig naar buiten keek. Waarschijnlijk had hij wel graag in de Jaarbeurs geslapen, dan had hij tenminste gezelschap gehad. Van het station glibberde ik naar huis en kon ik de boel weer uitpakken. Mensen mensen wat is het heerlijk om gewoon op je eigen bank te zitten en straks gewoon je eigen bed in te duiken naast je eigen man! Wie weet waar je naast terecht was gekomen? Alleen zal ik nou nooit weten wat voor liedjes die man met die gitaar had willen spelen. Maar goed een mens kan niet alles hebben!

zondag 2 december 2012

19

Vandaag is het 19 jaar geleden dat ik moeder werd. Op een mistige, grijze en grauwe dag gaf ik het leven aan onze zoon in het AMC in Amsterdam. Daar lagen wij, hij nog in mijn buik, al een week of drie, omdat er zwangerschapsvergiftiging was geconstateerd en hij een flinke groeiachterstand had. De gynaecoloog vond het raadzaam dat er goed op ons gelet werd. Daar was ik het mee eens, zij het dat ik het belangrijker vond dat er aandacht was voor het kind in mijn buik. Hoe het met mij ging vond ik van wat minder belang en vond het eigenlijk ook niet nodig om daar voor in het ziekenhuis te gaan liggen. Ik kon toch ook best wel elke dag naar de verloskundigepraktijk lopen om even het hartje te laten horen? Maar nee, dat vond de gynaecoloog niet zo'n goed idee. Wist ik veel wat zo'n zwangerschapsvergiftiging inhield. Dus lagen wij daar samen en het hoogtepunten van de dag waren het bezoek, want manlief mocht van zijn werkgever elke dag om drie uur aan mijn bed zitten en de tonen van het hartje wat elke dag nog krachtig door de doptone klonk. Verder was het oer en oer saai. Ik was dus behoorlijk opstandig en lag dan ook vaak in de clinch met de dames en heren gynaecologen. Een van die heren had het lef eens om zonder maar iets te zeggen de deken op te tillen en mijn buik te betasten. Des duivels was ik en dat heeft de goede man geweten. Ik schaam mij er nog een beetje voor. Niet heel erg want het was natuurlijk erg onbeschoft om zoiets te doen. Misschien heeft hij er lering uit getrokken. Een dames gynaecoloog merkte tijdens 1 van haar rondes op dat ik niet haar meest erge patient was, een beetje hoge bloeddruk en een beetje klein kindje. Mooi zei ik dan mag ik vast wel even af en toe mijn bed uit. Nou nee dat was dan weer niet de bedoeling. Tja die communicatie van dokters, daar valt nog heel wat op af te dingen. Ondertussen werden er ons de meest ernstige scenario's voorgespiegeld, het kind kon in mijn buik overlijden, of vlak na de bevalling. Hij kon ernstig ziek en ondervoed zijn waardoor hij direct moest worden opgenomen op de afdeling Neonatologie. Zelf kon ik ook allerlei akelige narigheden  krijgen die misschien wel de rest van mijn leven invloed bleven houden. Die gingen het ene oor in en het andere oor uit. Ik lag daar niet voor mezelf maar ik had een taak. Ik moest dat kind totdat het geboren was koesteren en laten weten dat ik, zijn moeder, er altijd voor hem zou zijn, hoe dan ook. Nu staat het een beetje raar om de hele dag tegen je buik aan liggen kletsen, ze vonden mij daar toch al een rare, dus deed ik dat niet hardop. Hele verhalen had ik tegen hem, dat het wel goed kwam. Samen gingen wij dat karwei wel eens eventjes fiksen. En dat deden we ook. Op donderdag 2 december 1993 om 17.54 kwam hij ter wereld. Net op het moment dat ik dacht, nou als ik nu dood ga vind ik dat helemaal niet erg. Jammer voor mijn man die me al die tijd zo goed had gesteund die zou vast wel weer een andere vrouw vinden. Maar dat gebeurde allemaal niet, er werd een heel klein jongetje op mijn buik gelegd. Hij keek ons aan met grote grijze ogen en het moment was daar. Op dat moment werd er een vader en een moeder geboren. En al die rampscenario's bleken gelukkig niet allemaal uit te komen. Na een weekje op de Neonatologie mocht hij mee naar huis. Eigenlijk is hij daarna nooit meer ziek geweest, op een verkoudheidje en een oorontsteking na dan. Die decembermaand was zo speciaal. In ons eigen coconnetje zaten wij met zijn drieen. Uren duurden de voedingen, want ja hij had wel degelijk iets tekort gehad en dus moest hij alle zeilen bijzetten om die fles leeg te krijgen. Ook dat is niet veranderd, hij eet nog altijd langzaam. En vandaag zijn we dan 19 jaar verder. Een volwassen kind die nu lekker in zijn vel zit, waar ik ontzettend boos op kan zijn als hij weer eens zo laks is, maar waar ik ook zo ontzettend om en mee kan lachen door die droge humor en die rake opmerkingen van hem. En die me niets hoeft te vertellen om te weten hoe het met hem gaat, omdat ik dat al zie en voel. Zweverig? Niks hoor. Komt van al die weken in het AMC, daar is die band ontstaan. Nog drie minuten en dan is het exact 19 jaar geleden. Ik ga maar eens een borrel in schenken. Proost jarige job!