Vorige week waren wij uit eten om te vieren dat we al vierentwintig jaar in de echt verbonden zijn. Het eten was heerlijk maar het toetje was hemels. Eigenlijk deed het woord toetje geen recht aan dit culinaire wondertje. Het was meer een dessert. Wat lag er dan op mijn bordje?
Nou dat was een klein rond taartje. Cheesecake met limoen en afgewerkt met een rode gelei waar ik frambozen in meende te proeven. Echt elke hap was een klein cadeautje. Om het taartje heen lagen drie piepkleine bolletjes sorbetijs met een anijssmaakje en hier en daar lagen er wat frambozen. Wat gezellige streepjes chocola op het bordje maakte het gedicht af. De frambozen smaakten lekker en het ijs was ook prima, al ben ik niet zo van de anijs, maar dat taartje was gewoon goddelijk. Een krokante dunne bodem, daarop een laag kwark met limoen afgewerkt met de rode gelei en ik heb van elke hap genoten. Jammer dat het op was. Van zo'n lekker toetje wil je eigenlijk een emmer voor je neus waarin je je hele hoofd mag duwen en dan hap voor hap oppeuzelen en daarna met je tong voor de zekerheid de randjes nog even nalikken, terwijl je er niet vol van gaat zitten zodat je rits op barsten staat en je er ook geen grammetje van aankomt. Dat is natuurlijk utopie maar leuk zou het wel eens zijn.
Vandaag kwam mijn broer eten met mijn neefje en nichtje. Mijn schoonzus had elders verplichtingen en nu weet ik dat zij niet van asperges houdt maar mijn broer is er dol op. De keuze was dus snel gemaakt. Er stonden asperges op het menu. Daarbij maakte ik een fijne eiersaus, braadde een mooi stukje fricandeau en manlief bakte er wat frietjes bij. Simpel doch lekker.
Er moest natuurlijk ook een toetje komen en omdat dochter ook zo genoten had van de cheesecake vorige week rijpte het plan om de restaurantversie na te maken in mijn eigen keukentje.
Ik haalde daarvoor in huis:
3/4 pak bastognekoeken (1/4 gaat zo wel op)
500 gram magere kwark
125 gram mascarpone
3 eetlepels suiker
2 limoenen
1 zakje vanillesuiker
250 gram slagroom
1 bakje frambozen
9 blaadjes gelatine
100 gram roomboter
De bastognekoekjes maalde ik in de keukenmachine tot kruimels en die kruimels roerde ik om met de gesmolten boter. Een springvorm van 24 cm had ik bekleedt met bakpapier en daar spreidde ik de boterkruimels op uit tot een gladde bodem, aangedrukt met een lepel. Terwijl de bodem in de koelkast hard werd klopte ik de mascarpone, kwark, 2 eetlepels suiker en vanillesuiker tot een glad mengsel. 6 blaadjes gelatine liet ik weken en koud water. De limoenen perste ik uit en het sap verwarmde ik op het gas en liet daarin de blaadjes gelatine goed oplossen. Het sap liet ik wat afkoelen en spatelde het door het kwarkmengsel. Daarna klopte ik de slagroom tot een lobbig mengsel maar net niet helemaal stijf. De slagroom spatelde ik ook door het kwarklimoenmengsel en schepte alles op de taartbodem in de springvorm en zette de vorm weer in de koelkast. Daarna ging ik het huishouden doen en de was.
Toen de boel na een uur of twee goed was opgesteven pureerde ik de frambozen met de staafmixer en liet de puree door de zeef lopen in een steelpannetje. Ik goot er ongeveer 75 ml koud water bij en een eetlepel suiker en liet onderwijl weer 3 gelatineblaadjes weken in koud water. Het frambozensap verwarmde ik op een zacht vuurtje en loste daar de gelatine weer in op. Weer liet ik de boel in het pannetje wat afkoelen en na een kwartiertje pakte ik de taart uit de koelkast en goot heel voorzichtig de gelei op de taart. Door de vorm een beetje heen en weer te bewegen zorgde ik er voor dat de hele taart bedekt was en zette hem opnieuw in de koelkast om hem nog een uur of twee op te laten stijven.
Toen de asperges en aanverwante artikelen verorberd waren maakten we koffie. Met een scherp glad mes maakte ik de taart voorzichtig los van de vorm en presenteerde hem als toetje. Mijn vader die ook nog even langs was gekomen voor een bakkie koffie riep verheugd dat hij met zijn neus in de boter viel. Hij had met vrienden een bbq gedaan maar daar was geen toet. Ieder een stuk taart op het bordje en smullen maar. En dat deden ze. En oh wat was hij lekker. Een volgend keer kan er misschien nog iets meer limoen in voor wat extra pit maar hij was bijna net zo lekker als vorige week in het restaurant. Wat wil een mens nog meer? Nou de volgende keer een foto maken misschien!
Mijn vader had altijd een leuke uitdrukking als hij iets heel bijzonder lekkers proefde. Dan zei hij 'alsof er een engeltje op je tong piest'... We moesten daar altijd om lachen. En ik moest er weer aan terug denken toen ik je stukje las!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Elizabeth