maandag 29 februari 2016

Souvenir

Op Texel is het niet alleen genieten van de wind, de zee, de zon en de prachtige wolkenluchten, maar zeker ook van moeder natuur.

Het mooie weide-landschap waarin de schapen met een felgekleurde stempel op hun billen vredig lopen te grazen. Het bos bij de Fonteinsnol is mooi en de slufter met zoveel verschillende gevederde bewoners is voor een vogelliefhebber helemaal een walhalla. Als je maar vier dagen de tijd hebt dan moet je keuzes maken. Een mens kan nu eenmaal niet alles tegelijk en omdat wij tegen de grote stad aan geschurkt wonen en we een strand en de zee niet om de hoek hebben liggen kozen we dit weekend vooral voor heerlijke strandwandelingen. 

Op weg naar het strand viel er nog genoeg te genieten aan flora en fauna want langs de bermen bloeiden volop krokussen en hier en daar was ook al een vroege narcis te bewonderen. Op het park zelf trouwens ook, daar zag ik ook al roze hyacinthen die in de luwte van een muurtje hun bloemetjes al hadden geopend en ophieven naar de zon. 

Als je het park uitkomt en verder doorrijdt richting de vuurtoren kom je overal sneeuwklokjes tegen. Dit schattige bloemetje groeit daar werkelijk overal en ze worden dan ook in dikke pollen aan de rand van de weg verkocht. Jaren geleden had ik al eens zo'n pol gekocht en die hadden het in mijn postzegeltje best naar hun zin. Helaas was ik zo dom om niet tegen de tuinman, die in september onze tuin een make-over kwam geven, te vertellen dat er nog sneeuwklokjes in de grond zaten die beslist gespaard moesten blijven. Toen ik daar aan dacht was het leed al geschiedt en was dat stukje border al overhoop geschept. Jammer maar niks aan te doen dacht ik, maar vorige week zag ik ineens toch een dapper sneeuwklokje opdoemen in een klein randje aarde. Dapper maar wel helemaal alleen. 

Daarom heb ik vanmorgen in de tuin van Trix een grote pol met sneeuwklokjes aangeschaft en die bij thuiskomst direct verdeeld over het postzegeltje zodat dat ene arme ding niet meer alleen is, maar ineens best veel Texelse broertjes en zusjes heeft gekregen. 

Nu het bijna maart is kan ik trouwens niet wachten om de postzegel na de make-over verder in te richten. In de kerstvakantie heb ik dan ook al uren gesurft over het wereldwijdeweb om bij andere tuinliefhebbers eens virtueel over de schutting te gluren. Ik heb daar heel veel moois gevonden en inmiddels is er al een verlanglijstje ontstaan van planten die ik graag als nieuwe bewoner wil verwelkomen. Nog even geduld en al dat moois is weer te koop in het tuincentrum. Kan ik ondertussen mooi nog even sparen. 

Een paar weken geleden was ik even in het tuincentrum en daar stonden potten vol met Helleborus. Deze schoonheid staat ook al lang op mijn lijstje maar ze zijn niet alleen vreselijk mooi, ze zijn ook heel erg duur. Bijna dertien euro voor een plant is best veel en dus liet ik ze staan waar ze stonden en dacht het komt nog wel eens een keer. 

Als we op Texel zijn moet niet alleen de haard gestookt worden (door manlief) maar er moet ook genoten worden van de vogels (door ons samen) en daarom was een bezoek aan een tuincentrum noodzakelijk om hout, vetbollen en pindaslingers in te slaan. Voor de ingang stond echter een grote tafel met potten vol voorjaarsbollen en daarachter in een bescheiden hoekje stonden Helleborussen naar mij te lonken. Witte exemplaren nog wel, met een beetje groen hartje. Mijn echtgenoot kent mijn verlangen naar een Helleborus en zei, kijk dan even wat ze kosten. Nou dat hoef je geen twee keer te zeggen en waarempel ze waren nog geen vijf euro het stuk. Ik zocht de mooiste uit en toen ik vanmiddag de sneeuwklokjes had geplant kreeg ook de Helleborus direct een plekje. Een beetje vooraan in de border zodat ik hem goed kan zien vanaf mijn plekje op de bank en er dus ook van kan genieten als ik niet buiten ben. 

Heerlijk hoor zo'n weekendje weg en nog lang kunnen nagenieten van zulke mooie souvenirs.

zondag 28 februari 2016

Uitwaaien

De werkgever van mijn man heeft een vakantiehuisje op Texel alwaar het personeel gebruik van mag maken. Als je samen met 200 andere collega's bedenkt dat jij graag wil dan heb je soms pech. 

Dit weekend hadden wij geluk! De kinderen wilde niet meer mee en zo kwam het dat manlief en ik vrijdagochtend samen op de boot zaten.
Heerlijk!

Zodra de veerboot de loopplank heeft neergelaten en je rijdt het eiland op dan komt er een soort van rust over me.

Zo ook deze keer. We installeerden ons in het huisje, deden boodschappen, haalden open haardhout en kookten de 1e avond zuurkool en zaten tevreden voor de haard.

Gister was het tijd voor een heerlijke strandwandeling. Wat een prachtig weer was het.
Vandaag ook weer zo'n dag. Zo genieten. En zeg nou zelf als je deze foto ziet zijn woorden toch overbodig? 

woensdag 24 februari 2016

Uitvaart en Taart!

De meeste mensen hebben tantes en ik had er een heleboel. Zeker toen ik klein was, maar eigenlijk waren het niet mijn tantes maar die van mijn moeder. Mijn opa kwam namelijk uit een gezin met ZEVENTIEN kinderen. Ja u leest het goed, echt zeventien kinderen. Een aantal van die zeventien overleefden de Spaanse griep, die toen heerste, niet en ook werden er een paar doodgeboren. Een van de oudste kinderen, een tante Annie overleed heel jong en daarom kreeg kind nummer zeventien ook weer de naam Annie. Na Jan, Jet, Chris, Willem, Sien, Nico, Rikus, Anton, Mien was het waarschijnlijk lastig om een nieuwe naam te kiezen. Ik snap dat. Hoe de anderen hebben geheten heb ik nooit geweten. 

Vandaag was ik bij de uitvaart van Tante Mien. Zij is 93 jaar geworden. De allerlaatste van de zeventien broers en zusjes is er nu ook niet meer. Een hele generatie is uitgestorven. 

Mijn moeder had zelf geen broers en zusjes dus was die hele batterij ooms en tantes een welkome aanvulling. De meeste woonden bij ons in het dorp en we kwamen trouw bij elkaar op verjaardagen. Altijd heel gezellig. De tantes Sien en Mien waren nooit getrouwd en woonden samen, eerst nog in het ouderlijk huis en later op een flat. Tante Sien heeft haar hele leven in een bakkerswinkel gewerkt tot ze op de dag dat ze 65 werd tevreden met pensioen ging. Zij overleed in 1995.

Haar zus had meer ambitie en had in eerste instantie niet meer dan een lagere school opleiding. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat meisjes niet doorleerden en na de lagere school in de huishouding gingen werken of kindermeisje werden. Zo ook Mientje, maar zij was leergierig en dol op lezen en had zichzelf opgewerkt naar een kantoorbaan. Toen ik 14-15 was en op de Mavo zat, deed zij de moedermavo. Dat was toen in die tijd en ze haalde haar diploma met hele goede cijfers. Ik verbaasde me daar toen hevig over. Zelf vond ik school best leuk maar begreep er geen sikkepitje van dat een oudere vrouw alsnog, naast haar baan, de moeite nam om dat papiertje te halen, maar voor haar was dat heel belangrijk, Ze legde me uit dat dit voor haar een opstap was naar meer uitdaging en een betere baan. 

Verder was het gewoon een hele lieve tante, er stond altijd cassis en echte chocomel in de koelkast. In zo'n glazen fles met zo'n soort van bierdop erop en dan mocht ik altijd kiezen wat ik wilde drinken.  Dat was pure verwennerij want dat kreeg ik thuis niet. Haar goed gevulde boekenkast was een reden om veelvuldig te bezoeken als de dorpsbieb niet zo veel voorhanden had. Zij leerde me kennis maken met de boeken van Jan Mens, Griet Manshande en Kees de Jongen van Theo Thijssen. Dat waren nog eens boeken!

Ze was een hartstochtelijke Ajax fan en bij iedere thuiswedstrijd was ze samen met haar broer, Oom Anton, paraat in De Meer. Samen stonden ze dan in het vak naast de F-side en waar hij de longen uit zijn lijf schreeuwde genoot zij kalm van het spel. Ik mocht vaak mee en had dan een heerlijke middag en werd zo ook besmet met het Ajax-virus.

Vanmiddag hebben we met een handjevol familieleden en verzorgers van het verzorgingstehuis waar ze de laatste jaren van haar leven doorbracht, afscheid van haar genomen. Zij had al lang afscheid van ons genomen en leefde al geruime tijd in een dikke mist. Dus het was vredig vanmiddag en het was goed.

Toch was het een bijzondere dag vandaag, want het was ook de verjaardag van mijn moeder. Vandaag zou ze 76 zijn geworden. Het was dus best bijzonder om vanmiddag met haar neven en nichten samen te zijn en bij de koffie met cake ook herinneringen aan haar op te halen. 

Vanavond waren mijn broer, zus en ik met onze gezinnen bij mijn vader. Er valt geen verjaardag meer te vieren, maar toch is het fijn om dan even bij elkaar te zijn en mooie herinneringen aan haar op te halen. Dus kletsten we wat, dronken we koffie en aten we taart. 

En de volle maan scheen naar binnen en zag dat het goed was.

zaterdag 20 februari 2016

Jongetje

Vanmorgen was het weer eens tijd voor groot onderhoud. Op naar de kapper dus voor kleuren en knippen, want grijs haar is best mooi, maar niet op mijn hoofd. Voorlopig althans. Gelukkig bestaat er haarverf en heb ik een hele leuke kapper waar ik al meer dan 30 jaar kom. Zo'n kappersbezoekje is dan ook allerminst een straf. 

Goedgemutst waaide ik vanmorgen de hoek om, om naar binnen te gaan. Echter voor de kappersdeur stond een jongetje. Ik schat een jaar of zeven, acht met een blauw gewatteerd jack aan, mooie zwarte haren en grote zwarte ogen. Hij zag mij de hoek omwaaien en keek me aan met een vertwijfelde blik. Moet je ook naar de kapper vroeg ik hem en hij knikte maar ondernam geen actie om naar binnen te gaan. Ik keek eens om me heen en zag geen mens in de buurt. Het joch moest blijkbaar alleen naar de kapper. Durf je niet naar binnen vroeg ik hem en hij knikte weer. Tja en dan draait mijn moederhart op volle toeren.

Kom dan gaan we samen, want het is geen lekker weer om hier voor de deur te staan drentelen en ik deed de deur uitnodigend open. Hij knikte weer en stapte naar binnen. De kapper wenste ons goedemorgen en vroeg aan het jongetje of hij ook geknipt moest worden. Ja zei hij heel zacht. 

Het jongetje en ik deden onze jassen uit en gingen aan de leestafel zitten. Daar zat ook een andere jongen, iets ouder, de Donald Duck te lezen. Zijn lach schaterde af en toe door de zaak en toverde een glimlach op het gezicht van de klanten. Moet je horen zei hij tegen het jongetje en hij las een stukje voor. Hij kwam van plezier bijna niet uit zijn woorden. Het jongetje lachte even beleefd en keek angstig naar buiten. Daar kwam een klein rood autootje het parkeerterrein op rijden en even later betrad een vrouw de winkel. 

Het jongetje keek opgelucht, daar was zijn moeder. Zijn moeder zei niks, deed haar jas uit en ging naast haar zoon zitten. Waar was je, hoorde ik hem zachtjes tegen haar zeggen. Het antwoord kon ik helaas niet verstaan omdat de kapper mij kwam halen. 

Even later, terwijl de kapper de verf in mijn haar aan het smeren was, klom het jongetje op de stoel naast mij en bleef voorbeeldig stil zitten toen een van de kapsters zijn haar knipte. Hij had een lekker koppie. In de spiegel zag ik even later dat zijn moeder betaalde, het jongetje mocht een lolly uit de pot kiezen en moeder en zoon verlieten het pand. Zwijgend. Een uurtje later ging ook ik de deur weer uit met een nieuwe kleur en een keurige coupe. Voorlopig kan ik er weer even tegen. 

Toch denk ik de hele dag al aan dat jongetje wat zo kleumend en alleen voor de deur van de kapper stond. Hoe was hij daar gekomen? Zijn vader en moeder gescheiden en had pa hem voor de deur gedumpt en kwam ma hem weer halen? Of had ma hem voor de deur afgezet en had ze haar portomonnee vergeten of het gas niet uitgedraaid of weet ik wat en was even terug gegaan? Of was er iets heel anders aan de hand? Maar in alle gevallen was het toch logischer geweest als pa of ma dat jongetje even naar binnen had gebracht waar hij warm en gezellig op zijn moeder had kunnen wachten? Je laat zo'n kind toch niet voor de deur staan?

Ik begrijp daar dus niks van, maar zit al wel de hele dag met dat trieste snoetje met die grote zwarte ogen in mijn hoofd. Ik ben gewoon een watje als het om zielige jongetjes gaat.




woensdag 17 februari 2016

Kikkerlandje

Vanmorgen moest ik naar Doetinchem. Nu woon ik aan de rand van Amsterdam en dan is het best een stukje sturen. Geeft niks want toen ik de A1 opdraaide werd ik verrast door een vuurrode bol die uit het weiland verrees. Prachtig om te zien. De bol ging met me mee en zette het ochtendlicht steeds weer in een prachtige gloed. Nu moet je wel goed opletten in het verkeer, maar toch is het genieten. 

Gedurende de reis veranderde de bol van rood naar oranje en naar warm geel. Ze klom steeds een stukje hoger in de lucht. Af en toe plaagde ze me door me recht in mijn giechel te schijnen en dan dook ze weer weg achter een bosje tot ze hoog genoeg was geklommen om met haar stralen de aarde een beetje te verwarmen. 

Nu ligt ons crematorium in Doetinchem in een prachtig stukje Achterhoeks landschap. Beeldschoon en helemaal met zo'n prachtig zonnetje erop. Toen ik aan kwam rijden reed er net een rouwstoet het terrein op en ik moest dus wachten in de rij tot ik een parkeerplaatsje kon vinden. Dat wachten was geen straf want kon ik mooi even genieten van dat prachtige landschap. De wit berijpte weilanden, afgebakend met de zwarte silhouetten van de bomen aan de bosrand en hier en daar een boerderij waar een rookpluim tevreden de blauwe lucht inkronkelde. 

Eenmaal geparkeerd liep ik over het voetpad naar de administratie en bij het verlaten van de parkeerplaats werd ik begroet door een stel duiven die daar gezellig zaten te roekoekoeken. Een vredig geluid. Even verderop zat een merel in een hoge boom zijn aankondiging van de lente te zingen. De zon scheen op de krokussen en die deden hun best om te ontwaken en de wereld hun pracht te laten tonen. Nou ja wereld, alleen aan mij eigenlijk. 

Ik had een afspraak en kon dus niet langer talmen in dit winterwonderschone landschap en moest helaas naar binnen. Nog heel even luisterde ik naar het vogelconcert en bedacht me dat het toch wel een voorrecht is als je op pad moet voor je werk en dan ondeweg zoveel moois kunt bekijken. En dat allemaal gratis. Als je het maar wilt zien dan is ons kikkerlandje prachtig. In alle jaargetijden!

De duiven vonden blijkbaar ook dat ik op moest schieten want ze vlogen op uit de boom en scheerden over mijn koude hoofd. Gelukkig lieten ze niks vallen. Binnen stond de koffie klaar. Het werd een mooie dag.

dinsdag 16 februari 2016

Depressieve houder

Er zijn zo van die dingen die in het dagelijks leven zo gewoon zijn dat je er eigenlijk niet meer bij stil staat dat ze er zijn terwijl ze je leven toch een stuk aangenamer maken. Zoals bijvoorbeeld de wc-rol houder. 

Eigenlijk een simpel ding in vele uitvoeringen dat je dagelijks vele malen terzijde staat tijdens een toiletbezoek. Hij of zij hangt altijd op dezelfde plek en doet waar het voor gemaakt is. Trouw de stukken wc papier aangeven waar je om zit te springen. Nou ja springen ook weer niet direct, want dat is lastig in een toilet met je broek op je enkels, maar toch het is fijn dat de wc-rolhouder er is. 

Vijf jaar geleden hebben wij onze benedenverdieping verbouwd en ook een nieuw toilet laten plaatsen. Om de boel compleet te maken zochten we bij de bouwmarkt een toiletrolhouder uit. Een simpel ding van geborsteld roestvaststaal met een enkele haak waaraan de wc-rol zo opgeschoven kon worden. De loodgieter hing hem op en wij waren tevreden en ook de toiletrolhouder leek het naar zijn zin te hebben in ons toilet en deed waar hij voor gemaakt was.

Totdat hij vorige maand een beetje depressief werd en zijn haakje liet hangen. In het begin vertel je hem nog dat je blij met hem bent, je wurmt de haak weer in de houder en je schuift er een nieuwe rol op. Het mocht niet baten, alle peptalk daargelaten en de aanschaf van een ander soort toiletpapier, niks hielp.

Steeds vaker laat hij de haak hangen en vanmorgen ging hij zover dat hij de haak aan mijn voeten wierp, nou ja meer op mijn voeten en dat is echt geen prettig begin van je dag, zo'n ijskoude, best nog zware haak op je blote voeten. Wat zeg ik, precies op het kootje van mijn grote teen! En dan moet je nog de hele dag. 

Ook het toiletpapier werd er sacherijnig van en mopperde dat het geen stijl was om zo maar op de grond te worden gegooid. Om het ongenoegen nog eens kracht bij te zetten wikkelde de rol zichzelf maar af en plooide zich als een dramatische witte vlek op de plavuizen vloer. En dat is ook niet fijn. S'morgens om zeven uur een nog bijna volle rol weer om het kartonnen rolletje wikkelen. Dat wordt een puinhoop want helemaal strak en netjes wordt het niet meer. De hele boel zomaar in de vuilbak gooien vond ik ook zonde dus ik maar wikkelen terwijl mijn zere teen, woedend om zoveel geweld, flink klopte. En dan moet je nog de hele dag. 

Manlief heeft vanavond de boel trachten te repareren en nu hangt hij weer, maar blij en gelukkig is hij nog steeds niet, dat zie je aan heel zijn lusteloos gehang en gezucht en gesteun als je vriendelijk vraagt even een velletje af te geven. Ook het schots en scheef gerolde papier is nog danig uit het humeur, dus de gezelligheid op ons toilet is ver te zoeken. 

Er moet dus een oplossing komen want ik heb geen zin om elke morgen de haak op mijn tenen te krijgen en meters wc papier op te rollen. Ook heb ik geen zin in klagende billen en andere lichaamsdelen, want hoewel ik het toiletvloertje echt regelmatig stofzuig en/of dweil ik sluit niet uit dat er wel eens een piezeltje stof op het vloertje ligt. Mijn billen houden niet van stof. Daar krijgen ze de kriebels van. Er zal niets anders opzitten dan een bezoek aan de bouwmarkt voor een nieuwe houder en daar heb ik een hekel aan. Niet alleen het aanschaffen van zo'n ding is niet leuk maar hem ook nog monteren is vervelend. Je zult net zien dat ook al is hij in uiterlijk gelijk dat de gaatjes om hem op de muur te schroeven totaal anders zijn en je dus opnieuw moet boren. Oh gruwel.

En zo kunnen de simpelste dingen in het leven je tot wanhoop drijven. Zucht.

zaterdag 13 februari 2016

Haakles nummer 1

Vanochtend was het dan eindelijk zover. Mijn eerste haakles. Om even over tienen liep ik naar het metrostation waar toen ik aan kwam ik net de metro hoorde wegrijden. Om 17 over tien zou de volgende komen, maar die kwam niet. Pas om 10.27 kwam de volgende aankakken. Ik hoopte dus maar dat ik op tijd zou zijn. Gelukkig reed de bestuurder lekker door en stond bij het Centraal Station de tram klaar en zo kwam het dat ik toen ik bij het paleis de tram verliet, de steeg door en langs het beeld van Multatuli om de toeristen heen moest omdat ik niet hun foto's wilde verpesten toch nog vijf minuten voor tijd bij de handwerkwinkel arriveerde. Gelukkig, want te laat komen is niet mijn ding. 

Op de knusse vide van de handwerkwinkel staan twee grote tafels aaneengeschoven en daar zaten al wat dames omheen. Ik was nog niet eers de laatste. Er stonden kannen met koffie en thee, een grote trommel met koekjes en er lagen verschillende haakboeken op tafel. Aan de wanden hangen aan de ene kant prachtige handgebreide truien en jasjes en aan de andere kant staan de kasten met de rollen borduurstoffen. Onder de vensterbank een lage kast met borduurpatronen en dit alles kijkt aan de achterkant gezellig uit op een Amsterdams binnenplaatsje. Klassieke muziek klinkt op de achtergrond en er hangt een gezellige, opgewekte sfeer. 

De haakjuf, nog jong en blond, stelde zich voor nadat wij allemaal een rondje hadden gedaan met onze namen en onze ervaringen met haken. De leeftijden lopen uiteen van halverwege de dertig tot beging zeventig. Een mooie mix dus. 

De meeste van mijn medecursisten hebben allemaal een brede ervaring met breien of borduren en heeft wel eens wat gehaakt maar niet genoeg om er echte werkstukken mee te maken. Naast mij zat echter een vrouw die nog nooit van haar leven iets met handwerken gedaan heeft of enige creativiteit aan de dag heeft vertoond. Heel grappig dan om te horen wat haar beweegredenen zijn om zo'n cursus te volgen. 

We gingen van start met uitleg over verschillende soorten haaknaalden en soorten garen. Om het te leren is katoen het handigste zo bleek. De meesten van ons hadden wat garen en een haaknaald meegenomen en een paar liepen even naar beneden om een bolletje garen en een naald in de winkel te kopen. 

Serieus aan de slag met een opzetlosse en een ketting van lossen haken. Gelukkig dat kon ik nog. Ook de halve vaste was me nog bekend evenals de gewone vaste. Daarna kwamen nog het halve stokje en het hele stokje aan de beurt en voor ik het wist waren de twee uur om en gingen we weer huiswaarts. Het was al lekker druk in de stad en op mijn gemakje liep ik door de drommen met winkelende mensen naar het Centraal Station waar toevallig net de goede metro klaar stond. 

Nu ben ik weer thuis en moet ik aan de slag want manlief is jarig vandaag en dus moet ik zorgen dat het huis een beetje aan kant is en dat er hapjes gemaakt worden en dat het toilet proper is voor de visite vanavond. Dat hoef ik allemaal niet alleen te doen, maar toch heb ik geen zin. Want ik wil haken! Ik ben verslaafd. In twee uur tijd ben ik gewoon verslingerd geraakt. Wat een heerlijk werk is dat.

maandag 8 februari 2016

Alles in de fik!

Wat doet een mens op een koude, winderige zondagmiddag? Juist, naar het museum. Het Rijksmuseum, want ten eerste wonen wij daar niet zo gek ver vandaan, even met de metro en dan een trammetje en eind van deze maand loopt onze museumjaarkaart al weer af. Nu zijn wij echte Hollanders, we willen waar voor ons geld, dus moest er zeker nog 1 museum bezoek worden gedaan om de kaart eruit te halen. Op naar het Rijksmuseum dus. 

Ik weet niet of u als lezer na de grote verbouwing al weer eens op bezoek bent geweest bij de Nachtwacht en andere mooie stukken, maar dat is zeker aan te raden. Het is prachtig geworden. 

Het voordeel van zo'n museumkaart is dat je er ook voor een uurtje of wat naar binnen gaat en dan er een of twee verdiepingen bekijkt. Wij deden nu een rondje tweede verdieping. Bij de Nachtwacht was het natuurlijk loeidruk. Heel veel Italianen en Amerikanen stonden naar onze nationale trots te staren en ik hoorde een Amerikaanse man tegen zijn gezin zeggen dat het toch wel wonderlijk was dat iets wat in de 17e eeuw gemaakt is er toch nog zo keurig bijhangt en dat het voor Rembrandt toch wel apart zou zijn geweest als hij had geweten dat er vele eeuwen later nog zoveel mensen naar zijn werk kwamen kijken. Misschien maar goed ook, bedacht de echtgenote van de Amerikaan.

Ook voor het Melkmeisje van Vermeer stond een grote kluit toeristen. Dat vind ik zelf ook een heel mooi schilderij en ik wilde het dan ook wel weer eens even van dichtbij bekijken, maar ze gingen mooi niet opzij. Ik moet eerlijk bekennen dat ik toen wel even iets lelijks dacht, van ga weg, het is ons melkmeisje. Gekkenwerk natuurlijk want ook het melkmeisje is van ons allemaal. 

Ik ben zo dol op dat melkmeisje omdat mijn oma daar een borduurpakket van had op zo'n voorgedrukt stramien met allemaal strengen wol. Ik mocht daar bij helpen om de opvulling te borduren en vond het toen al mooi om te zien hoe mooi die meneer Vermeer met het licht heeft gespeeld op het schilderij. Bovendien lijkt het me ook een lief meisje die helemaal in gedachten de melk in schenkt. Waar zou ze aan denken vraag ik me altijd af. Maar goed dat kom je natuurlijk nooit te weten. 

We slenterden een paar prettige uurtjes door het museum en woeien toen weer naar de tram om huiswaarts te keren. In de tram was het druk, maar achterin vonden we nog een plekje. Terwijl de tram zich door de drukke stad klingelde hoorde ik een paar bankjes achter mij ineens een mevrouw ach gottegottegot uit roepen. En toen nog eens met daar achteraan, oh mijn lieve huis. Alles in de fik.

Alle mensen daar in dat achterstukje van de tram draaiden zich naar de klagende dame. Die zat daar in haar rode jas, keurig gekapt en opgemaakt met de handen in elkaar geslagen, het gezicht vertrokken van angst, maar te weeklagen dat alles in de fik stond. Waar heb je 't over mens, bromde haar echtgenoot die tegenover haar zat en eerst niet verblikte of verbloosde van de smartekreten van zijn vrouw. Nou, huilde zij nu haast, ik heb een pannetje op het vuur laten staan en dat staat al vier uur op en nu staat natuurlijk ons hele huis in de fik. Alles in lichterlaaie en alles verbrandt natuurlijk. 

Ook van deze mededeling schrok de man niet op. Welnee bromde hij weer, zo gauw staat de boel niet in de fik, het zal hoogstens een beetje stinken als we thuis komen. Dat gezegd hebben keek hij wel een beetje sip. Het was natuurlijk geen aanlokkelijk vooruitzicht om in een stinkend, rokend huis thuis te komen. De dame liet zich niet troosten en bleef maar roepen dat alles in de fik stond en dat er niks meer over was van haar huis.  Dikke tranen rolde over haar wangen en ze beet haar man toe dat ze van dat idee erg ongelukkig werd. Kalm an mens, bromde de echtgenoot weer. Zal vast wel meevallen. 

De tram stopte bij het metrostation en daar moesten wij eruit. Snikkend en klagend liep de vrouw achter ons aan. De echtgenoot volgde op enkele passen afstand. In de grote hal van het metrostation echode haar geweeklaag in de holle ruimte tegen de kale muren. Op de roltrap achter ons hoorde ik haar snikken. Ach gos. 

Metro 54 kwam er aan en al snikkend en nog steeds roepend dat haar hele huis in de fik stond stapte mevrouw in. Meneer, hoofdschuddend, er achter aan. Daar reden ze al weg en wij moesten wachten op onze metro. 

Thuis keek ik snel even op internet of er in Amsterdam ergens een huis was afgefikt, maar niks van dat al. Ik zal dus nooit weten hoe het met dat pannetje op het vuur is afgelopen. Of was er helemaal geen pannetje op het vuur en had mevrouw een waanidee en reageerde haar man daarom zo laconiek. Maar net als Rembrandt die niet zou weten hoe populair zijn Nachtwacht zou worden weet ik dus niet hoe het met die "fik" is afgelopen. Misschien maar goed ook!

vrijdag 5 februari 2016

Hork

Het was een drukke week en een lange dag vandaag dus besloten dochter en ik even iets te halen bij de Chinees. Eerst moesten we nog even een kadootje kopen voor manlief die volgende week hoopt te verjaren en dan zouden we het eten afhalen en dan direct door naar huis. Lekker eten op de bank, bord op schoot met het oude kloffie aan en een lekkere romantische komedie van Netflix op de TV. Een fijn vooruitzicht. 

Bij de Chinees was het niet druk. Er stond slechts 1 man voor de balie van de afhaal. Hij was net voor ons binnengestapt in zijn grote bouwvakkerspak voorzien van kleurige neonstrepen, zijn voeten gestoken in grote, grove werkschoenen met stalen neuzen. De grijze haren in de war en hij rook ook niet helemaal meer naar viooltjes. Daar stond een man die de hele dag hard had gewerkt en nu voor hij naar huis ging even een portie nasi afhaalde met een grote loempia. Ook hij had geen zin om te koken.

De frêle Chinese dame die de bestelling opnam herhaalde zijn keuze en toen hij beaamde dat het klopte vertelde ze hem dat hij haar 13 euro moest betalen. De man rommelde in zijn portomonnee, trok er een pinpas uit en terwijl hij de pinpas voor haar neus heen en weer zwaaide brulde hij haar toe: Mag ik hem even door je gleuf halen? Een bulderende lach om zijn eigen grap bleef een beetje tegen de toonbank hangen en stierf een vroege dood doordat er niemand reageerde. 

De Chinese dame was verbijsterd en schoof het pinapparaat zijn kant op. De ober die net bezig was om twee ijscoupes te vullen keek verschrikt achterom en ik geloofde mijn eigen oren niet. De man keek nog even schalks naar het publiek achter hem en probeerde lachend mijn blik te vangen, zo van o o o wat ben ik leuk met hem door je gleuf halen. 

Ik keek hem pissig aan en voelde twee behoeftes opkomen. Als eerste om hem te vertellen wat een ongelikte beer hij was en hoe hij het in zijn hoofd haalde om zo onbeschoft te doen. De tweede was om hem met zijn kop in de vissenkom te duwen die daar al sinds mensenheugenis op de toonbank staat en hem proestend even te laten spartelen. Zo van niks door een gleuf halen maar met je kop in een gat geduwd worden.

Ik deed geen van beiden. Want het was niet chique om hem daar als een viswijf staan uit te kafferen en hoewel het best een leuk idee was om die grijze krullen kletsnat te laten worden in de vissenkom, kon ik dat die vissen niet aandoen. Die beesten zouden zich doodschrikken. Ik keek hem alleen maar even heel pinnig aan. 

Hij betaalde en mompelde nog wat en ging toen op het bankje zitten. De eigenaar van de zaak die de betaal scene had gemist kwam aanlopen en begroette de man vriendelijk. Blijkbaar kwam de man wel vaker wat halen want de eigenaar vroeg hem hoe het ging. De hork stak een heel verhaal af en de eigenaar besloot om even naast de man te gaan zitten. Vriendelijk luisterde hij naar de woordenbrij. 
Ineens stopte het verhaal en vroeg de hork aan de Chinese man hoe het met zijn kalate lessen stond. De Chinees  herhaalde verwonderd zijn vraag en zij dat hij helemaal niet aan kalate deed. De hork sloeg zich van pret op de knieen en riep, maar jullie Chinezen doen toch allemaal aan kalate? 

De Chinees stond waardig op en wenste de hork nog een fijne avond en ging door de klapdeurtjes naar de keuken, onderwijl iets mompelend tegen de dame achter de toonbank. Even later werd het luikje opengeschoven en daar waren de bami en de loempia. Het werd keurig in een tasje verpakt en hij kreeg er een kuipje sambal bij. Tevreden verliet de man de zaak.  De vissen in de kom zag ik opgelucht ademhalen.

En nu zit ik heel stiekem te hopen dat de eigenaar in de nasi van de man een hele grote schep sambal heeft gedaan. Dat zal hij niet want dat mag natuurlijk niet maar ik hoop het toch zo.

 


dinsdag 2 februari 2016

Ufo's

Na een lange werkdag is er niets zo prettig om na de kokerij,  het gezamenlijk met mijn gezin genutigde maaltijd en bijbehorende afruim- en in de vaatwassergooi sessie, op de bank te kruipen met een kop koffie en te gaan gluren bij de buren. Dat klinkt tegenstrijdig want gluren bij de buren vanaf je bank is nogal lastig of je moet in het bezit zijn van een verrekijker. Ik gluur dan ook niet letterlijk bij mijn buurvrouw naar binnen, nee ik gluur bij jullie! Mijn collega blogsters.

Het is namelijk heerlijk om een rondje langs de velden te maken en te lezen over jullie belevenissen of wat jullie nu allemaal weer voor moois gemaakt, geborduurd, gebreid of gehaakt hebben. Heerlijk ontspannend is dat. Er is maar een nadeel en dat is voor je het weet blijven je ogen aan het beeldscherm gekluisterd en komt er niks meer uit je eigen handen. Dat mijn Keniaanse Kleutertrui nog niet af is, is dus eigenlijk jullie schuld! Ja Ja echt. 

Veel van de blogsters kampen met het probleem dat ze zoveel moois aan handwerk zien dat ze vaak met veel verschillende dingen tegelijk bezig zijn waardoor er wel eens iets in een vergeethoekje raakt en eenzaam weg ligt te kwijnen. De zogenaamde UnFinishedObjects. UFO's dus.

Nu was ik laatst mijn zilveren armband kwijt. Ik had hem met kerst 2014 van manlief gehad en hem zo dacht ik even op de leuning van de bank gelegd en vandaar was hij zelf aan de wandel geraakt. Naast die bank staat mijn handwerkbox. Een grote doorzichtige plastic box met gevuld met wol, breinaalden en borduurstof. Ik bedacht dat die armband best eens in de box had kunnen vallen en dus haalde ik hem leeg. Met kerst 2015 heb ik namelijk van manlief een mooie zilveren ketting gekregen en dat maakte samen met mijn armband en horloge tot een mooi setje. Maar dan moet je er dus niks van kwijt zijn. 

Ik heb mijn handwerkbox dus maar eens leeg gehaald. En toen kwam ik mijn eigen Ufo's tegen. Ik heb nog liggen twee babysokjes die nog dichtgenaaid moeten worden en waar een koordje voor moet worden gehaakt. Ik was van plan om deze lieve slofjes aan een collega te schenken en met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat haar zoon binnenkort twee wordt! Oeps. Nou misschien wil ze ooit een derde en laten we hopen dat het dan weer een jongen is. 

Er lag een hele sok, mijn eerste exemplaar ooit en zijn broertje nog vrolijk op de pennen staand, wachtend op de teen die nog gebreid moet worden. De eerste sok staat nog op de foto op mijn blog. Regelmatig heb ik koude voeten en het is dus een kwestie van alleen die teen afbreien en de draadjes afhechten en ik heb dan s'avonds nooit meer koude voeten.

Even later kwam ik een rondbreinaald tegen met leuke tweetwol en een ingewikkeld kabelwerk wat een kussenhoes moet worden. Ik had er best een tijd over gedaan om die kabels in dat vlechtwerk te snappen maar toen ik het eenmaal doorhad ging het als een speer. Geen idee dus waarom ik daar niet mee verder ben gegaan. Hoogstwaarschijnlijk was ik de kabelnaald kwijt. Vast ergens laten liggen of ergens neergelegd. (naast mijn armband misschien). In die periode lag mijn man regelmatig in het ziekenhuis en dan zat ik al breiend naast hem. Zou zomaar kunnen dat die kabelnaald daar verdwenen is, maar ik zie me al bellen of ze hem gevonden hebben. Het is handiger dat ik gewoon een nieuwe koop. 

Ook kwam ik een katoenen trui tegen voor dochter in een blokkenpatroon die ze, toen ik het achterpand en bijna het voorpand af had, niet meer mooi vond. Zonde eigenlijk. Nu past hij niet meer en het is of uithalen of afmaken en de trui schenken aan een meisje die hem wel mooi vindt. Misschien naar de voedsel/kledingbank of naar de vluchtelingenopvang. 

Verder kwam ik nog het zomertruitje tegen voor dochter, die ze wel mooi vindt, maar die afkwam in oktober en nog geblockt en in elkaar gezet moet worden voor aankomende zomer. Nu groeit ze niet meer. 

Wol hoef ik voorlopig ook niet te kopen want de impuls aankopen, lees bolletjes in leuke kleurtjes die spotgoedkoop zijn bij de Zeem@n, heb ik ook nog te kust en te keur. Leuk straks voor de haakcursus als ik eindelijk die grannysquares leer haken. 

Er ligt ook nog een prachtige streng lace garen met een patroon voor een sjaal. Deze streng heb ik in 2014 met mijn moeder op de handwerkbeurs gekocht. Ons laatste uitje samen, want daarna lukte dit soort dingen met haar broze gezondheid niet meer en ik zie ons nog staan bij de stand om de mooiste kleur uit te zoeken. Een dierbare herinnering. Die sjaal ga ik zeker nog maken, maar nu even niet.

Ook bleek dat ik wel drie paren breinaalden nummer 3,5 heb en ook meerdere naalden nummer 4 maar die dan weer niet bij elkaar passen. Helaas toen ik de box tot op de bodem had uitgeplozen was mijn armband in geen velden of wegen te bekennen en dus heb ik de boel maar weer netjes ingeruimd.

Ik heb dus best veel te doen en dus eigenlijk geen tijd om jullie blogs meer te lezen of ik moet meer handwerkmomenten inpassen. Ik zal mijn baas eens vragen of hij het goed vindt dat ik tijdens een werkoverleg ondertussen eventjes wat pennetjes wegbrei. Misschien kan het ook wel tijdens een sollicitatiegesprek. 

Oh ja, mijn armband is ook weer terecht. Na alles overhoop te hebben gehaald op de plekken waar hij maar kon liggen en dus niet lag, lag hij op een dag een week of twee geleden zomaar tegen de plint van de boekenkast. Heel bizar.......