zaterdag 31 januari 2015

Hemel

Als ik mijn ouderlijk huis binnen stap om even bij mijn vader een kop koffie of thee te drinken en een beetje te kletsen, dan voelt dat nog altijd vertrouwd. Nog steeds (het is pas vier weken geleden dus hoezo nog steeds) voelt het alsof mijn moeder elk moment kan binnenstappen. Dat gebeurde wel vaker dan was ze boven even met de was bezig. Nu doe ik mijn jas uit en ga op haar plekkie op de bank zitten. Dat hoekje van de bank waar ze altijd zat en waar ik het gevoel heb dat ze heel dichtbij is, omdat de contouren van haar lichaam zo'n beetje in dat hoekje zitten. Het voelt veilig, alsof ik met mijn dikke achterwerk even bij haar op schoot kruip. Vroeger lag dan naast haar plek haar breiwerk of boek waar ze in bezig was. Het laatste jaar eigenlijk alleen haar bril, agenda en puzzelboekje met woordzoekers nog maar en af en toe de Margriet. Het korte termijngeheugen liet haar steeds vaker in de steek waardoor handwerken of lezen gewoon niet meer gingen. Nu is de bank leeg. Haar spullen liggen netjes in de kast. Mijn oog valt op een stapel Margrieten. Vanaf haar trouwen had ze een abonnement en iedere week beleefde ze veel plezier aan haar lijfblad, tot ook dat niet meer ging. De laatste maanden vond ik steeds vaker nog ingepakte Margrieten in de krantenbak en als ik er naar vroeg dan zei ze, ach ik heb het deze week zo druk gehad, ik ben nog helemaal niet aan mijn Margriet toegekomen.

Mijn vader heeft ze uitgepakt en ze liggen netjes op een stapeltje. Het abonnement is inmiddels niet meer verlengd. Of ik ze mee wil nemen? 

Nu ligt die stapel bij mij thuis naast de bank en af en toe pak ik er eentje en lees en blader hem een beetje door. Veel zijn er nog van afgelopen zomer. Zo ook gisteravond, er was niet veel op tv dus een beetje lezen dan maar. De aanblik van de zomermode en de zomerse gerechten doen op dat moment wel een beetje vreemd aan. Buiten valt er sneeuw en die tovert de tuin om in een winters plaatje. 

In de ingezonden brieven lees ik een brief van een mevrouw die op bezoek gaat bij haar vader in een verpleeghuis. Hij woont er nog niet zo lang en zowel de vader als de dochter moeten erg wennen. Ze vertelt hoe ze hem slapend in zijn rolstoel aantreft, temidden van allerlei bewoners die allemaal in hun eigen wereldje leven en daarbij hun eigen lawaai maken. Dochter stapt op vader af en vader wordt wakker en kijkt zijn dochter aan en vraagt haar, Ben ik al in de hemel?

Er zit ineens een gigantisch brok in mijn keel wat maar niet weg te slikken valt. Want oh wat ben ik daar bang voor geweest het laatste jaar. Dat het geheugen van mijn mam zo achteruit zou gaan dat thuis wonen echt niet meer zou kunnen. Ik doe verwoede pogingen om die brok weg te slikken en probeer de tranen binnen te houden en kijk langs haar foto de almaar witter wordende tuin in. Zie ik het nu goed? Knikt ze me toe vanaf die foto? Zo van het is goed, ik ben gelukkig en vrij en er is mij een boel verpleeghuisellende bespaard gebleven. (Dat praat ik mezelf ook steeds maar in). Ze heeft gelijk en ineens is die brok in de keel weg. Een ding is zeker mam, jij bent in iedergeval in de Hemel!

4 opmerkingen:

  1. Lieve Annemarie,

    Wat mooi beschreven het is nog zo vers, net vier weken geleden . Je bent aan de ene kant blij dat een verpleeghuis haar bespaard is, maar aan de andere kant had je haar nog graag bij je gehad . Jullie hebben ook niet er naar toe kunnen leven . Dan is afscheid nemen ook ineens . Maar het krijgt straks een mooi plekje knuffel .

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja het is idd even wennen he, nooit meer samen op stap, nooit meer samen 'rottigheid' uithalen, nooit meer die mooie glimlach van oor tot oor..... mijn vadertje wilde juist graag naar het verpleeghuis. Ik heb hem met nodige kunst en vliegwerk nog een jaar thuis kunnen houden maar hij was blij dat er voor hem toen een kamer vrij was. Weer constant mensen om hem heen die verschrikkelijk lief waren en goed voor hem zorgde. Hij voelde zich daar echt thuis en genoot van alle dingen die georganiseerd werden. Wat jij hebt in het hoekje van de bank heb ik als ik op stap ben, hij voelt zo dichtbij alsof hij een deel van mij is, of hij binnenin mij zit. Het is fijn om met die dingen bezig te zijn waar hun altijd mee bezig waren. Die brokken in mijn keel probeer ik niet meer weg te slikken, het is iets wat eruit moet en dat mag ook van mij. Heb al gekscherend gezegd 'zo, ik mag nu ongelimiteerd huilen'. Ook jij veel sterkte.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Geen idee hoe het kan maar al mijn reacties stonden dubbel .??? Misschien deze dadelijk ook weer, sorry.

    BeantwoordenVerwijderen