Er lag een brief in de bus! Van een rioleringsbedrijf dat in opdracht van de gemeente de riolering in onze straat en wijk kwam doorspoelen en kwam reinigen. Of we er voor wilden zorgen dat afvoerputten afgedicht waren en er werd dringend geadviseerd om de deksel van de wc bril dicht te doen, want het reinigen van het riool kon wel eens wat viezigheid met zich meebrengen en dan waren we maar vast gewaarschuwd en voorbereid. Toe maar!
Vanmorgen was het zover. Terwijl ik toilet aan het maken was hoorde ik twee grote vrachtauto's de straat inrijden. Mijn echtgenoot, waar je doorgaans een kanon naast kunt afschieten, werd wakker van het geronk en riep direct: Het riool! Ja dat was waar ook en wij gingen aan de slag om alle gaten af te dichten. De stop in het bad en in de wastafel, deksel op de wc pot, doek in het fonteintje en een pan met water op de afvoer in de gootsteen, omdat daar de stop al weken mank is en de boel niet goed afsluit.
Kortom wij namen geen enkel risico, want een overborrelend toilet met je eigen poep vind ik al vies, laat staan een overborrelend toilet met de poep van de buren, ook al zijn het nog zulke aardige mensen. Je weet maar nooit wat die mensen de avond tevoren gegeten hebben. Een beetje zorgelijk verliet ik het pand.
Daar stonden ze hoor, twee kloeke poepauto's met grote zuigslangen met stoere mannen ernaast, geheel in fluoriserend plastic verpakt die al druk bezig waren om de deksels van de putten te lichten. Ik deed een schietgebedje, zwaaide nog even vriendelijk goedemorgen naar de heren en reed de straat uit in de hoop het pand later die dag in onberispelijke staat aan te treffen, maar gerust was ik er niet op. Ik zag al voor me hoe ik aan het einde van de werkdag het huis binnen moest gaan door een dikke, bruine brij en hoe krijg je dat weer schoon? Vooral hoe krijg je die lucht er weer uit?
Wat kan een mens toch tobben, maar ook in dit geval was het een mens lijdt het meest door het lijden wat hij vreest, want toen ik thuis kwam rook ik niks geen vieze luchtjes en de muren in de gang waren nog maagdelijk wit. Godzijdank! Dat was heerlijk thuiskomen.
Terwijl ik tevreden mijn moestuintjes ging inspecteren schoot me ineens een verhaal van vroeger te binnen. Hoe mijn oma vertelde dat het beroep van poepschepper heel normaal was. Een man die wekelijks de putten kwam leegscheppen en de derrie deponeerde in zijn karretje. Ik griezelde van zo'n verhaal, was als meisje al vies uitgevallen. Het was vast geen beroep waar men voor in de rij stond en veel aanzien zal het niet gehad hebben en toch konden ze in die tijd vast niet zonder.
Het beroep van poepschepper is allang uitgestorven en dat is maar goed ook, want zouden die mannen nu gemakkelijk aan de vrouw zijn gekomen toen? Ik bedoel maar, stel je was met zo'n poepschepper getrouwd, rook je dan al van verre dat je vent na een lange dag scheppen thuis kwam? De meeste huishoudens hadden nog geen douche in die tijd dus dat werd een waslapje langs het lijf bij de keukenkraan, terwijl jij als moeder de vrouw net de piepers stond te schillen en de andijvie nog moest snijden. Over de nacht doorbrengen naast elkaar in de echtelijke sponde hebben we het dan nog niet eens. Je lag dan constant naast een snurkende poepwalm stel ik mij zo voor! Harde tijden waren dat.
Ik ben blij dat ik in deze tijd leef en dat ons riool gereinigd is door die in plastic verpakte mannen vanmorgen, die hoeven alleen maar het plastic af te pellen en na een douche ruiken ze weer als roosjes. Gelukkig maar.
A jakkie... poepschepper... wie zou dat nu willen worden?
BeantwoordenVerwijderenMaar ja, als je geen keus had en toch voor brood op de plank moest zorgen...
Jullie hebben de adviezen keurig netjes opgevolgd hoor. Wij deden dat niet een tijdje terug (toen woonden we nog in het vorige huis), en het ging ook gewoon goed. Maar je moet er inderdaad toch niet aan denken!